Skip to main content

De eerste jaren

Dat voorzitter Herman Verheul niet zomaar iets wilde, bleek wel uit het begin van de statuten:

Art. 1
De R.K. Athletïekvereniging “PHOENIX” voor heren, jongens, dames en meisjes is opgericht te Utrecht, de 4e december 1959, en is gevestigd te Utrecht.

Art. 2
De vereniging telt zich ten doel om, met bescherming en verzorging van de godsdienstige-zedelijke belangen van haar leden, de athletiek onder de rooms-katholieken te bevorderen en te doen beoefenen.

Een echt degelijke vereniging dus, die haar bestaansrecht al gauw bewees.

Te wel en wee van Phoenix wordt vanaf het prille begin vastgelegd in een clubblad: ‘het Phoenix-vuur’. Al gauw volgt ook een Clubrecordlijst (Jaren ’60 PDF, 2 MB) waarop de namen van Frits Gerlach, Theo Maasdijk en Frans Herfkens veelvuldig voorkomen. Herman zelf deed toen zelfs een Tienkamp (Hellas Meerkamp 1962 PDF, 532 KB)  alleen met polshoog had hij toch enige problemen.

Phoenix had meteen een grote jeugdgroep waarin de meisjes overheersten: regelmatig vinden we ene oproep in het clubblad voor jeugdleden van het mannelijk geslacht. We zullen zien dat deze oproepen al gauw succes hebben. Dat de vereniging niet alleen prestatiegericht bezig was, bleek duidelijk: mede door de nog primitieve vervoersmiddelen – de fiets en de brommer waren favoriet – werden de wedstrijden als ‘dagje uit’ beleefd en beschreven in het Phoenix-vuur. Een oproep om advertenties in dat blad leverde het volgende op:

“Als ’s avonds op de training de zon ondergaat, voel ik me altijd zo alleen en eenzaam.
Welk lief meisjes weet er iets op?
Ik ben 19 jaar en C-klasser. Heb verder kastanjebruin haar en erg veel zakgeld
Zul je gauw schrijven onder nummer 2095 van dit blad?”

Destijds werden atleten op grond van hun prestaties nog ingedeeld in klassen van A tot en met D.

Phoenix nam in de winter van ’60-’61 al volop deel aan crossen, we lezen een verslag van de crosscompetitie in het Panbos, waarin Frits Heijmans (’le briquet rouge’) zich een klimmer van formaat toonde, maar het toch bij de belangrijkste beklimming de col de Witvliet van de 1e categorie, liet afweten waardoor hij uiteindelijk derde werd. In april ’61 deed Phoenix voor het eerst aan de ontmoeting Utrecht-Antwerpen mee, een jaarlijks sporttoernooi voor scholieren uit de twee steden, en in augustus ’61 organiseerde zij voor het eerst zelf een baanwedstrijd op Maarschalkerweerd met maar liefst 250 inschrijvingen. Eind ’61 heeft Phoenix zo’n 80 leden en worden de clubbladen verstuurd met een postzegel van 4 cent, donateur ben je vanaf 5 cent per week en het bestuur concludeert: hoewel er regelmatig dingen mis gaan, zijn er veel initiatieven en is de wil en het enthousiasme groot. Een conclusie warmee je de toekomst met vertrouwen tegemoet kunt gaan. Het 2-jarig jubileum wordt gevierd met een Heilige Mis en gevolgd door een gezamenlijk ontbijt en een feestavond.

Begin jaren zestig: de junioren leveren prestaties

De groep junioren jongens groeit en de prestaties zijn ernaar. Na een rustige opbouw van de vereniging en de atleten wordt in februari ’64 duidelijk dat Phoenix er zelfs landelijk al helemaal bijhoort.

De crosskampioenschappen leveren een eerste plaats voor de jongens-A-ploeg op, in ’65 doen ze dat nog eens dunnetjes over met een tweede plaats. Bij de ontmoeting Utrecht-Antwerpen, waar Phoenix dat jaar weer diverse atleten en zelfs een atlete voor leverde, wint Gerrit de Graaf de 1500m in 4.15.2.

Dat Phoenix de atleten meer biedt dan alleen atletiek blijkt uit de uitloving van een pindastelletje voor de eerste uit de vereniging voortgekomen officiële verloving. Voor zover we weten is dat pindastelletje tot op heden niet vergeven!

De baan Maarschalkerweerd wordt gerenoveerd en in mei ’65 voldoet-ie weer geheel aan de eisen des tijds. Het jaar daarop organiseert Phoenix er dan ook een grootse wedstrijd, de 6-districten-ontmoeting die mede dankzij de kort daarvoor opgerichte jurycommissie kon slagen.

Ook de pers gaat niet voorbij aan de prestaties van Phoenix-atleten. Vrijwel wekelijks halen vooral Herman de Jong en Frits Gerlach, maar ook de andere jongens, de krant met hun verrichtingen op 800m, 1500m, 3000m en 3000m steeple.

Eind jaren zestig: Phoenix krijgt ook sprinters

Waren het tot op dan alleen de midden- en lange afstandslopers waar Phoenix het van moest hebben, in de tweede helft van de zestiger jaren begint zich een sprintgroepje te vormen met o.a. Ben Korver, Jos en Hennie Verseveld en Rien van Ingen.

Ze krijgen de smaak aardig te pakken en onder leiding van de nieuwe sprinttrainer, Hans Hansschen, werken ze zich naar de top van Nederland met als grootste successen het Nederlands kampioenschap op de 4x100m en clubrecords op de 4x100m, 4x200m en 4x400m die pas in het volgende millenium verbeterd zouden worden.

Jos van Verseveld fungeerde in die tijd ook als jeugdtrainer terwijl Ben Korver zich met het clubblad, dat inmiddels ‘de opfrisser’ heette bezighield. Het secretariaat was in handen van Piet de Boer, die later voorzitter van de afdeling Utrecht zou worden. Het ledental loopt naar een piek van ruim 100, waarvan ± 40 jeugdleden waarvoor ook toen al jeugdsportsubsidie werd aangevraagd.

Jaren zeventig: Terugval in leden, niet in prestaties

Zoals vaak na een opbloei, wordt het ook in dit geval ‘stil’ rond Phoenix. De jeugd verdwijnt evenals de vrouwen. De inmiddels allemaal tot senior uitgegroeide talenten presteren goed tot zeer goed, maar na de oprichting van de afdeling Utrecht slinkt de groep tot in ’73 een dieptepunt van ca. 40 leden wordt bereikt.

Maar Phoenix zou Phoenix niet zijn als de activiteiten niet meteen weer opleefden. Het clubblad, nog steeds ‘de opfrisser’, dat weinig of niet verscheen, wordt opnieuw uitgebracht door Ben Korver en Rien van Ingen. Jos van Verseveld neemt het secretariaat van Piet de Boer over en financieel worden de zaken op een rijtje gezet.

De prestaties van de lopers uit de ‘renstal Verheul’, een door de krant destijds veelgebruikte kreet, lijden er niet onder. Herman de Jong wint in ’71 de districtscrosskampioenschappen met achter hem Frans Poot, Lex van Eck van der Sluijs, Piet Wink, Frans Herfkens, Peter Valk en Jan Savenije, de toenmalige penningmeester.

1973: Competitie

En dan is het zover: op zondag 6 mei 1973 doet de Phoenix-herenploeg met ploegleiders Herman Verheul en Hans Hanschen voor het eerst in haar geschiedenis mee aan de 1e-klasse-competitie. Grappig genoeg hebben we dan ook al een schrijnend tekort aan werpers in de ploeg.

Het clubblad ‘de Opfrisser’ heeft in juli 1973 zijn laatste uitgave met de melding van het huwelijk van Herman Verheul en Riek Hulleman, op 25 juli. Net daarvoor, in mei, is het Ad Buijs gelukt weer een dame lid te maken van Phoenix. Na Jannet Vermeulen volgen Mariëtta, Pauline en nog vele anderen.

Ook in dat jaar doet de Steenwijkse boerenzoon Klaas Lok (foto) zijn intrede binnen Phoenix. Een belangrijk jaar dus voor Phoenix, dat naar buiten toe weer een breder gezicht krijgt: talenten, dames, junioren en… heel weinig geld.

De Veilinghal moet eind 1974 worden opgezegd en noodgedwongen zetten de ‘zaaltraining’ voort op de Maliebaan, tot groot genoegen van de omstanders. Hennie van Wijk introduceert in oktober 1973 de clubkampioenschappen in de vorm van een kleine meerkamp. Het wordt een daverend succes: echtgenotes, verloofdes en vriendinnen vormen een riante damesploeg en Hennie wordt voor de eerste keer clubkampioen.

Het clubblad, nu onder redactie van Jannet Stulen, wordt opnieuw opgezet en gaat vanaf dan naamloos door het leven.

Jaren tachtig: groei

In de jaren ’80 is Phoenix qua ledental uitgegroeid tot de tweede vereniging van Utrecht. Deze groei is vooral ten goede gekomen aan de breedte van de vereniging. Naast een groep wedstrijdatleten, waaronder een aantal regionale (sub)toppers, groeide ook de jeugdafdeling en ontstond een enthousiaste recreantengroep. De mannen-kernploeg van wedstrijdatleten draait al een aantal jaren goed mee in de landelijke Eerste Divisie.

Jaren negentig: vrouwensucces

Eind jaren ’80 en begin jaren ’90 waren het vooral dames die de Phoenix in de publiciteit brachten. Angelique Maasdijk en Marianne de la Houssaye behaalden ereprijzen op nationale kampioenschappen.

Om een duidelijke koers voor de toekomst uit te zetten, is in 1996 een eerste beleidsplan opgesteld. Sindsdien is hard aan de uitvoering gewerkt en werd Phoenix als gezonde vereniging de 21e eeuw ingeloodst. In 1999 werd het 40-jarig jubileum gevierd.

21e eeuw: groei en professionalisering

De eerste jaren van de 21e eeuw kenmerkten zich door ontstuimige groei, geheel tegen de trend van de rest van het land in. In 5 jaar tijd groeide Phoenix van bijna 300 naar ruim 400 leden. Een nieuwe tak binnen Phoenix ontkiemde zich en de Studentensport vond een goede plek binnen de vereniging. Ook de Jeugdgroep groeide als kool door de enthousiaste uitstraling van de energieke jeugdtrainers binnen Phoenix. Naast de heren promoveren ook de dames in 2002 naar de Landelijke Eerste Divisie Competitie en vanaf 2003 doen zowel heren als dames op dit Landelijke podium mee.

Per 2005 wordt de weg ingeslagen om de kwaliteit en professionaliteit binnen de vereniging een extra impuls te geven om zo de dan ruim 400 leden een breed aanbod te kunnen garanderen op een goed kwaliteitsniveau. Met de doorlichting van het vrijwilligerskader en de doorvoering van ondermeer een achttal nieuwe trainingsgroepen wordt de basis gelegd van een nieuwe fase, waarin de vereniging zich breder inzetten kan dan de basic inzet en trainingen. Een nieuw beleidsplan 2006-2009 (Hinkstapsprong naar de 50) met ruim 100 concrete speerpunten is de onderlegger voor het nieuwe beleid.

Ondertussen worden in 2007 twee Nederlands Kampioenschappen op de baan in Utrecht georganiseerd (NK10.000 en NK Junioren) en hebben selectiegroepen hun intrede bij zowel de MLA als de jeugd gedaan. Met de nieuwe competitieopzet in 2007 weten zowel de mannen als vrouwen zich niet te handhaven in de Eerste Divisie Competitie en degraderen naar de ook Landelijke Tweede Divisie. De ingezette kwaliteitsslag moet vanaf nu aanleiding geven om de weg omhoog weer in te zetten.

2008 wordt ingeluid met de inzet voor maatschappelijk beleid. Naast Topsport en Jeugd zet de vereniging zich ook in voor Colours of Athletics, waarin integratie en sport zich verweven. Er volgt een nominatie voor sportvereniging van de stad Utrecht en Sportbestuur van Nederland over 2007.

In de eerste helft van 2008 weet Saskia van Vugt meerdere keren op het podium van Nederlandse Kampioenschappen te komen. Na een bronzen plak tijdens de NK Halve Marathon, volgt goud op de NK10.000 en brons op de NK Senioren (5000m).

In september komt Staatssecretaris Jet Bussemaker naar Utrecht, waarbij Phoenix zich presenteren mag vanwege haar brede blik op de maatschappij. Het is de aanloop naar het Lustrum in 2009, waarin Phoenix haar 50e verjaardag als brede kwaliteitsvereniging viert met onder andere een Wereldrecordaanval Festival met wereldrecordaanval op de 10.000 meter vrouwen op Overvecht. Hier wordt de 2e tijd ooit in de atletiekgeschiedenis neergezet (29.53.10) en daarnaast 3 tijden in de top 10 allertijden ter wereld.

De eerste grote prijzen, die Phoenix in haar Lustrumjaar weet binnen te halen zijn die van Sportvereniging en Sportcoach (Herman Lenferink) van het jaar 2008 in Utrecht. Deze prestigieuze prijzen worden gevolgd door de Tolerantieprijs van Utrecht en een nominatie voor de jeugdprijs van 2008. Het zijn tekenen aan de wand dat de brede inzet van Phoenix als vereniging breed wordt gewaardeerd.

In 2025 fuseert Phoenix met U-Track tot Utrecht Atletiek