Skip to main content

Laten we beginnen bij de Alkmaar City Run. Wat herinner je je nog allemaal van die PR-race?

‘Ik zorgde ervoor dat ik vooraan kon staan, want ik had eigenlijk een startnummer voor 10 minuten later. En het was gelukt! Ik startte met één groot doel: onder de 17 minuten. De eerste kilometer was perfect op schema: 3:23. En ik liep lekker ontspannen. De tweede kilometer was iets sneller: 3:17. Het voelde heel goed. Kilometer drie en vier waren rond de 3:24, het begon al iets zwaarder te worden. Maar ik had nog wel wat over, dus ik versnelde. De laatste kilometer zaten er ook iets minder bochten in. Ik ging van plek 5 naar plek 3. De laatste kilometer liep ik 3:08 en ik kon nog opschuiven naar plaats twee! Vlak voor de finish zag ik de klok en hij stond nog in de 16 minuten, dus het doel met 16:43 zeker gehaald!’

Is dat ook de loopprestatie waarop je tot nu toe het meest trots bent?

‘Ja, want de tweede plek bij zo’n race had ik nooit verwacht. Maar de tijd kan op een sneller parcours of op een atletiekbaan zeker sneller. Dus die tijd hoop ik nog te verbreken dit jaar.’

Wanneer ben je begonnen met atletiek?

‘Mijn eerste wedstrijd was de Spoorbuurtloop, ik was toen vier jaar. Sinds mijn zevende zit ik op atletiek, acht jaar al dus. Ik ging een keertje kijken met een vriend van toen en het was meteen heel leuk. Ik vond hardlopen eigenlijk altijd al het leukst. Wel doe ik nu nog steeds speerwerpen tijdens competitiewedstrijden. Maar mijn echte passie is hardlopen en daar train ik ook alleen maar voor.’

Hoe kan het dat je zo’n grote stap hebt gemaakt op de 5 kilometer?

‘Ik denk dat ik sneller ben geworden in een half jaar omdat ik een stuk meer duurlopen ben gaan doen. Van twee keer per maand naar twee keer per week. Ik voel nu ook dat ik hoge tempo’s steeds langer kan volhouden.’

‘Ik train momenteel bij AV Hylas in Alkmaar. In een week zonder wedstrijden loop ik vaak zes keer per week. Mijn coaches zijn Menno Munster, Wil Does en Frank Hilberts. Mijn trainingsgenoten zijn Olivier Kleine Koerkamp en Jonna Brommer.’

Wat is dit jaar je hoofddoel? En heb je een droomtijd in gedachten?

‘Ik wil mijn techniek graag verbeteren. Ik heb vaak tijdens wedstrijden verzuurde armen en dan vooral bij kortere afstanden, zoals de 1500 meter. Ook wil ik sterker worden in mijn benen, zodat ik nog sneller kan lopen, daarom doe ik ook krachttraining. Ik wil ook iets meer rekken om flexibeler te worden. De komende wedstrijd die in de spotlight staat is de NK atletiek U18. Ik ga me inschrijven voor de 1500 en 3000 meter. Maar eerst moet ik nog een goede tijd hebben om me te plaatsen. Dus ik heb nog een paar wedstrijden op de planning staan. Onder andere de Runnersworld Track Meeting in Utrecht op 24 mei. Ik loop daar een 1500 meter, met een streeftijd van 4:25. Ik heb niet per se een droomtijd die ik dit seizoen wil bereiken, want ik heb nog geen idee op welk niveau ik zit op de baan.’

Heb je een voorbeeld binnen de atletiek?

‘Mijn voorbeelden zijn Niels Laros en Mike Foppen. Omdat zij dezelfde disciplines doen als ik. Ik vind het cool dat ze zo hard kunnen lopen. Vooral van Niels, dat hij op zijn achttiende al naar de Spelen in Parijs mag! En bijzonder dat ze allebei Nederlandse records bezitten.’

Zet ‘m op Biek!